Campinggasten

Het leuke van een open veld als campeerterrein is dat je je buren ongegeneerd kunt begluren. Het kleine dagelijkse drama dat zich voor je ogen ontvouwd, is meestal erg herkenbaar en daarom zo hilarisch. Neem bijvoorbeeld ‘de ornament vrouw’ die onhandig een stuk tent vasthoudt, om ook iets te doen. En de man maar sjorren en zweten met die stokken. Ik ben namelijk ook vaak een leuk versierstuk met rokje als echtgenoot de tent opzet. Hij is er immers veel beter in. Vermakelijk treffend.

Deze keer hadden echtgenoot en ik juist uitzicht op een uitzonderlijk tafereel, een samenlevingsvorm die je maar zelden in het openbaar ziet: Moeder (60) en nooit-van-huis-vertrokken-zoon (35). Ze zouden direct uit een stripverhaal kunnen komen. Alleen wordt in een stripverhaal de waarheid meestal aangedikt en vergroot, maar dit was zonder overdrijven een vergroting op het stripverhaal.

Allereerst werd alles thuis, ongetwijfeld door zoon, in een rode Kia Rio gepropt, met aanhanger. De achterbank lag nog vol meuk ondanks dat zoon en moeder al een tijdje gesetteld waren. Toen wij arriveerden, stond de worstvormige tent al. Zoon was puffend en steunend bezig om de spullen uit de aanhanger ongeordend her en der op de campeerplek te verspreiden (en ging daarbij over de terreingrens). Het kostte hem duidelijk moeite, hij had twee onderkinnen, woog ongeveer 125 kilo en een fikse buik om mee te torsen. Hij droeg een modieuze bril uit de jaren 80 met vierkante glazen en een t-shirt met een grote gemene tijger erop. Op het dak van de Rio lag zijn teddybeer en geen kleintje ook. Ter grootte van een 3 jarige peuter lag Poeh te wachten op het dak van de Rode Rio. Zijn vettige haren waren een kant op gekamd en tijdens het her-verplaatsen van low-fat weetbix en corflaxes likte hij, bij wijze van tick elke keer snel langs zijn mondhoek. Als teken van noeste arbeid. De kans dat deze man nog een partner zou tegenkomen naderde het nulpunt. Daarom des te bewonderingswaardig dat hij moeder meenam op vakantie in Crome, een van de noordelijkste punten van Norfolk in Engeland.

Moeders was het portret van hare majesteit alleen dan in vergane glorie uitvoering. Haar gewicht was ongeveer 65 kilo. Hier zou je haar ‘petit' noemen. Statig zat ze tijdens de werkzaamheden van zoon midden op hun campeerstukje. Ze bewoog niet in haar stoel, hield haar kin omhoog, voor zolang dat lukt dan. Onder haar stoel stond namelijk een grote bel wijn die steeds leger werd en met het legen van het bokaal werd ook haar hoofd steeds wobbeliger. De wijn lag onder haar stoel. Ze bewoog alleen haar hoofd links en rechts als een kalkoen en zei niets. Ze zat als de koningin tussen alle zooi en uitgestalde 5 liter flessen goedkope bagger wijn. Door haar wijde T-shirt heen kreeg je een idee van de gebruikte moederborsten die geen BH meer gezien hadden in jaren (couldn’t care less). Als kegelvormige melkflessen raakte ze bijna haar schoot.

Alle woedde die zich in die jaren opgebouwd had in zoon. De razernij binnen in hem, omdat hij niet in staat was gebleken om het ouderlijk huis te verlaten, omdat het hem niet gelukt was een wederhelft te vinden en daarom een reden zou hebben om moeder te kunnen verlaten, kwam er een keer uit. Toen moeder en zoon wilde vertrekken gebeurde het. Bij het opvouwen van de tent schreeuwde zoon het uit naar moeder, ze moest verdomme de punten op elkaar leggen was dat zo moeilijk? Broos en hulpeloos had moeder zich uit de stoel gehesen en probeerde de klus te klaren maar wist duidelijk helemaal niet hoe. Haar ellebogen stonden licht naar buiten gekromd als teken van onmacht en onbenulligheid, haar strohoed zakte lichtjes over haar voorhoofd en de bloemetjes jurk wapperde in de wind. ‘Ondersteboven, trut’ schreeuwde zoon vanuit zijn binnenste. Het was me ondertussen duidelijk dat hij thuis alle zware karweitje moest doen. Waar hij eigenlijk ook niet voor gemaakt was aangezien het grote gewicht dat hij mee moest sleuren bij elke tentvouw heftig blubberde en protesteerde.

Een andere op leeftijd zijnde mevrouw moest te hulp schieten. Zo’n lieve vrouw die het niet aan kan zien dat een arme breekbare moeder daar zo hulpeloos stond te zijn en zich de tiranieke decibellen van zoon moest laten welgevallen. Wat deze vrouw niet weet is dat broze hulpeloze vrouwen op een andere manier heel sterk en gemenig uit de hoek kunnen komen ( en dat lieve vrouwen dit gegeven maar per ongeluk over het hoofd zien) maar daar gaat dit stuk niet over.

Uiteindelijk reed de Rode Rio krappe twee zitter met een minuscule achterbank met aanhangkar langzaam de camping uit. Er is te weinig aandacht voor deze aloude samenlevingsvorm, dacht ik toen ze wegreden. Zo volgepakt zodat je niet meer door de ramen naar binnen kon kijken. 
Toch zouden beide mensen alleen moeten leven als ze zich niet zouden schikken naar het lot dan hun ten dele is gevallen. En daarbij zorgen ze zo goed en zo kwaad als het kan voor elkaar. Dat is nog altijd beter dan onpersoonlijke Thuiszorg van Miranda die 8 minuut 14 heeft om je kousen aan te trekken en de washand langs je derrière te laten gaan. En ze gaan zéker niet me je mee naar de camping.